De bouwsector is zijn tijd ver vooruit. De circulaire wind waait hier al sinds het idee van Cradle to Cradle in 2007 voeten aan de grond kreeg. Terwijl andere sectoren afgelopen jaren beginnen met experimenteren, zijn er in de bouwsector al wetten in de maak voor structurele circulaire veranderingen.
Cradle to Cradle
De VPRO Tegenlicht aflevering over het Cradle to Cradle principe in 2007, sloeg aan in Nederland. Het principe dat afval voedsel zou moeten zijn werd door architect William McDonough en ecologisch chemicus Michael Braungart zo uitgelegd dat het tot de verbeelding sprak. De bouwsector werd geïnspireerd door de getoonde gebouwen waar modulariteit en een gezonde werk- en leefomgeving samen gingen. Naar aanleiding van de eerste aflevering werden William McDonough en Michael Braungart daarom uitgenodigd om in Nederland adviezen te geven aan het bedrijfsleven. Een van de regio´s die toen met het Cradle to Cradle principe aan de slag ging was de regio Venlo. In deze regio staan de meeste Cradle to Cradle gecertificeerde gebouwen en het stadskantoor van Venlo is een groot voorbeeldproject in Nederland.
Transitie-agenda
Via Cradle to Cradle was het experimenteren met circulaire bouw al vanaf 2007 aan de gang. Toen in 2016 het rijksbrede programma Circulaire Economie werd opgesteld, waren er dus al verschillende geslaagde projecten. In het rijksbrede programma staan de doelen om Nederland in 2050 helemaal circulair te laten draaien. Daarbij kwam in 2017 het Grondstoffenakkoord, ondertekend door 180 partijen uit de overheid, het bedrijfsleven, de vakbeweging en milieuorganisaties. In dit akkoord is afgesproken naar een economie te streven waarin grondstoffen hergebruikt worden. Uit dit akkoord volgde in 2018 transitie-agenda´s voor vijf sectoren: Kunststoffen, Consumptiegoederen, Maakindustrie, Bouw en Biomassa en Voedsel. De weg naar een circulaire bouweconomie wordt in de agenda voorgesteld als een bergbeklimming met verschillende etappes. En vanuit dat beeld is het doel om in 2023 het basiskamp ingericht te hebben met de basisvoorwaarden van een circulaire bouweconomie. Denk daarbij aan hoogwaardig hergebruik van materialen door circulair ontwerpen en slopen, het gebruik van hernieuwbare grondstoffen en de invoering van het materialenpaspoort.
Circulair ontwerpen
Het uiteindelijke doel van de circulaire bouweconomie is dat gebouwen, maar ook bruggen of andere infrastructuur, circulair ontworpen worden. In het ontwerp wordt dan al nagedacht over de mogelijkheden om het gebouw of bouwwerk weer uit elkaar te halen aan het einde van de gebruiksduur. Daarnaast wordt ervaring opgedaan met tijdelijke, demontabele gebouwen die voor relatief korte tijd opgebouwd worden en makkelijk weer uit elkaar te halen zijn. In Utrecht is bijvoorbeeld The Green House neergezet op een terrein wat na 15 jaar een nieuwe bestemming krijgt. En in Amsterdam is een tijdelijke rechtbank neergezet, terwijl het nieuwe gebouw in aanbouw is. De materialen uit deze gebouwen zijn na gebruik weer inzetbaar in andere gebouwen.
Circulair slopen
De meeste gebouwen in Nederland zijn niet ontworpen om weer uit elkaar te halen. Toch kan ook hierbij nagedacht worden over circulariteit, in plaats van de oude methode van de sloophamer te gebruiken. Bij het onderdeel voor onderdeel slopen van gebouwen worden allerlei materialen ´geoogst´ voor hoogwaardig hergebruik. Ze kunnen weer in de bouw gebruikt worden. Circulaire sloopbedrijven verzamelen op grote terreinen deuren, raamkozijnen, stalen constructies en uiteindelijk ook betongruis. Bouwbedrijven kunnen hier tweedehands materialen inkopen en inzetten in nieuwe gebouwen. Een mooi voorbeeld is het Alliander kantoor in Duiven. Dit kantoor bestaat voor 83% uit gerecyclede materialen. In de meeste projecten ligt dit percentage veel lager, maar de markt voor gerecyclede bouwmaterialen is in opkomst.
Waarom een gebouw slopen
als renoveren ook een optie is?
Renoveren
Met de focus op de waarde van oude materialen, komt renoveren ook sneller om de hoek kijken. Waarom een gebouw slopen als renoveren ook een optie is? Bij renoveren zijn veel minder nieuwe grondstoffen nodig.
Houtbouw
Het uiteindelijke doel is om gebouwen circulair te ontwerpen. Een onderdeel van dit ontwerp is om te onderzoeken of er hernieuwbare grondstoffen ingezet kunnen worden. In Nederland wordt houtbouw inmiddels steeds bekender. Deze hernieuwbare grondstof is herontdekt en wordt op verschillende plekken ingezet. Het kantoor van de Triodos Bank in Driebergen en hotel Jakarta in Amsterdam zijn mooie voorbeelden van houtbouw.
Materialenpaspoort
Om bij de sloop precies te weten welke grondstoffen er in een gebouw zitten, krijgen steeds meer gebouwen een materialenpaspoort mee. Hierin staat welke grondstoffen in welke hoeveelheden in het gebouw verwerkt zitten. Gebouwen worden in dit systeem ook wel grondstoffendepots genoemd. De bouwsector is waarschijnlijk straks de eerste sector waar een materialenpaspoort verplicht zal worden bij het opleveren van een gebouw.
Gebouwen worden in dit systeem ook wel grondstoffendepots genoemd
Lease
Als laatste zijn er ook experimenten met andere eigendomsverhoudingen rondom gebouwen. Is het bijvoorbeeld niet mogelijk om licht te leasen in plaats van in te kopen? Zo blijft de fabriek verantwoordelijk voor het product en wordt gestimuleerd om een product te ontwerpen die lang mee gaat en te repareren is. In het demontabele gebouw The Green House in Utrecht gebeurt dit al.
Al met al is de bouwsector dus al flink op weg. Onder andere doordat vanuit de overheid een circulair ontwerp steeds vaker verplicht gesteld wordt. Een mooi voorbeeld voor andere sectoren.
0 Comments: